Blog 2: Een landschappelijk raamwerk
14 juni '21
Bart Janssen, landschapsarchitect bij de gemeente Ede, vertelt ons meer over de specifieke elementen van de gebiedsontwikkeling van dit unieke gebied, het World Food Center.
Ruimtelijke omgeving
“Voor het World Food Center hebben we een plan opgezet dat we het landschappelijk raamwerk noemen. Dit is een soort rasterstructuur, bedoeld voor je ‘ecosysteemdiensten’. Dat zijn natuurverbindingen die onder meer gebruikt kunnen worden voor hemelwaterafvoer en die tegelijkertijd ook voor iedereen, vanuit het hele gebied zicht geven op de bosrand. Vanaf dat raamwerk heb je altijd het gevoel dat het bos dichtbij is. Ook grote delen van het fiets- en voetgangersverkeer vinden hierin plaats, waardoor je veilige, groene en korte routes kunt maken. Je kunt zo’n aantrekkelijk raamwerk alleen maken als er niet overal auto’s staan. Dus hebben we gezegd dat er niet geparkeerd wordt In het landschappelijke raamwerk en dat het zeer beperkt toegankelijk is voor auto’s.”
Autoluw
“Er komt een soort U-vormige hoofdontsluiting waarmee maar een deel van het terrein voor auto’s toegankelijk is. In de bouwvlakken zelf worden de parkeeruitdagingen dan vervolgens opgelost. De parkeer-normering die we hanteren is laag en een deel van het bezoek zal straks parkeren in centrale garages. Dat betekent dat je een stukje moet lopen, maar wél door een heel mooie omgeving, zonder auto’s, waar vogels vliegen en waar je de bosrand ziet. Natuurlijk, er zullen altijd mensen zijn die hun auto wel heel belangrijk vinden. Maar er zijn genoeg andere plekken in Ede waar je kunt wonen met de auto voor de deur.”
“Je zit hier In de buurt van een OV-knooppunt , je hebt bussen en het station op loopafstand. Dus je kiest op deze plek voor de geweldige kwaliteit van de Veluwe, de natuur en het station. En als concessie heb je dan je auto wat minder dichtbij staan. Het is feitelijk stedelijk wonen, maar wel aan en in de natuur van de Veluwe. Stedelijke blokken die passen bij de plek en die passen bij de ligging in een stedelijke omgeving. En daar hoort ook bij dat je kiest voor woonvormen die niet allemaal een grote eigen tuin hebben. Je kiest voor centraal wonen, met de natuur dichtbij, maar zonder grote private buitenruimte. Er zitten wel collectieve tuinen in het plan. Die hebben we toegevoegd om variatie te creëren en het voedselkarakter in te kunnen brengen, met de bijbehorende dynamiek. Daar zit ook een sociaal aspect aan: je zorgt samen voor de buitenruimte.”
Zichtlijnen
“Niets is simpeler dan de woningen aan de bosrand gewoon allemaal met de achtertuinen aan het bos te zetten. Dat zouden dan hele dure woningen zijn, van een miljoen of meer. Dat wilden we niet. Door ze een slag te draaien staan ze niet als muur naar de Veluwe, maar eerder haaks erop. Op die manier kun je op veel meer plaatsen in de wijk de Veluwe en het bos zien.
De Veluwe en het bos in het algemeen genereert veel koele lucht en als je de woningen zo oriënteert dat die koele lucht het gebied in kan, dan heb je een natuurlijke oplossing tegen hittestress. Als je vervolgens de collectieve tuinen dan inricht met natuurlijke elementen dan voeg je veel toe aan natuurwaarde en dan maak je dus de overgang van bos naar stad langer en natuurlijker. En juist die overgangszones zijn interessant. Dat zijn ook de gebieden waar je graag wilt wonen.”
Ambities, woonwensen en bouwkosten
“Het is in zo’n wijk constant schakelen tussen ambities, woonwensen en bouwkosten. De gemeente heeft grote ambities, op het gebied van biodiversiteit, voedsel en ook klimaat. Als je er dan voor kiest om voedsel hier tot het centrale thema te maken, dan ben je er niet met het neerzetten van wat appelbomen of het aanleggen van een paar plukstruiken. Je moet het echt een goede plek geven om zo de voedselambities van Ede te realiseren. Het voedselthema zit op meerdere niveaus in de plannen: er is eetbaar groen, maar tegelijkertijd leveren de voedseltuinen ook een bijdrage aan de natuur en wordt er regenwater in opgevangen. Daarnaast wil je ook een sociaal goed samenhangende wijk. In die combinatie zijn we met elkaar aardig geslaagd, denk ik. En de eerste reacties van de potentiële bewoners onderstrepen dat."