Wonen in een groene oase
31 mei '23
Dat De Gelderse Stadstuin een unieke plek is om te wonen, is één ding dat zeker is. Op deze groene locatie aan de rand van de Veluwe en met een rijke militaire historie, spelen voedsel en natuur een belangrijke rol. Een mooie opgave voor architecten Sarina Bleumink (MIX architectuur) en Hugo Liedenbaum (Weusten Liedenbaum Architecten) om mee te nemen in het ontwerp van de woningen in fase 2 van De Gelderse Stadstuin. Hugo: “Aan elke woning zitten straks planten die eetbaar zijn of waar je voedsel van kunt maken.”
Een gezamenlijke ontdekkingsreis
Sarina en Reinier Ubels van MIX architectuur zijn al vanaf het begin betrokken bij het ontwerp van De Gelderse Stadstuin. In deze fase richten zij zich op het ontwerp van de 2-onder-1-kapwoningen en de 3- en 4-kapper (specials). Hugo is verantwoordelijk voor de overige 17 hoek- en tussenwoningen. “Het is een gezamenlijke ontdekkingsreis geweest. Tijdens het proces merkten we dat de ontwerpen steeds meer naar elkaar toekwamen”, vertelt Hugo. Daarbij is ook rekening gehouden met de appartementen uit fase 1. Sarina: “We vinden het belangrijk dat het kleurenpalet van de woningen overeenkomt met de appartementen.” Er is bewust gekozen voor natuurlijke en lichte tinten, zodat het aansluit op de omgeving. Het appartementengebouw dat dichter bij het bos ligt, heeft veel houten elementen in het ontwerp. Naarmate de woningen dichter bij het monumentale gedeelte liggen, wordt er meer beton in het metselwerk geïntegreerd voor een stoere uitstraling.
Midden in de natuur
Wat nog meer opvalt aan het ontwerp van de woningen zijn de grote ramen. “Met de woningen willen we inspelen op het volwassen groen in de omgeving. Door grote ramen hierop te richten en door het groen rondom het plan naar binnen te trekken richting de collectieve binnentuin, worden de woningen omgeven door groen”, legt Sarina uit. En dat collectieve aspect is volgens Hugo juist wat het wonen in De Gelderse Stadstuin zo bijzonder maakt. “Je hebt straks een gezamenlijke binnentuin, waar ook een paviljoentje komt te staan met een gemeenschappelijke moestuin”, vertelt Hugo. “De erfafscheiding bij de hoek- en tussenwoningen functioneert als buitenkeukentje. Het is een gebruiksvoorwerp speciaal gericht op het World Food Center. Het gaat hier niet alleen om het wonen, maar ook voedsel speelt een belangrijke rol.”
Eten uit eigen tuin
De woningen uit de tweede fase liggen aan het voedselbos. Een robuuste plek met inheemse beplanting die je in de basis kunt eten, bijvoorbeeld bessenstruiken. “Met het terras van de woningen hebben we hierop ingespeeld. Je kunt vanuit je achtertuin eten plukken en dat vonden wij een leuk principe waarop we hebben doorgepakt”, vertelt Sarina. Hugo: “Daarnaast zitten er aan elke woning planten die eetbaar zijn of waar je voedsel van kunt maken. De integratie hiervan in de woningen is uniek en dat maakt het heel leuk en bijzonder om aan te werken.”
Maar ook met de dieren in de omgeving is rekening gehouden in het ontwerp. “Er zitten nestkasten aan de woningen. Niet alleen voor vleermuizen en huismussen, maar bijvoorbeeld ook voor de zwarte roodstaart: een vogel die veel in het plangebied voorkomt. Deze vogels kunnen ook gebruik maken van bepaalde besjes aan de gevels die als voedsel dienen. Op die manier ontstaat er een wisselwerking tussen dier en natuur en is het niet alleen zo dat wij mensen ervan kunnen eten, maar ook dieren. Zo geven we ook wat terug aan de natuur”, legt Hugo uit.
Goed voorbereid op de toekomst
Naast nestkasten is er ook nagedacht over andere duurzame maatregelen in het project. Op de woningen ligt een bruin dak. Op deze daken kan begroeiing ontstaan uit zaadjes die vogels laten vallen in aarde op het desbetreffende bruindak. Daarnaast komen er bijenstenen bij de terrassen voor solitaire bijen. Daarnaast is er een slimme oplossing bedacht voor de afvoer van het regenwater. Sarina: “Onder de terrassen komen infiltratiekratten. Daar wordt het regenwater in opgevangen en vertraagd afgegeven. Op deze manier wordt de riolering niet overbelast tijdens een zware regenbui.”
Een open karakter
Het aanwezige groen in de wijk zorgt ervoor dat je als bewoner een prachtig uitzicht hebt op de natuur. Er is bewust gekozen voor een open structuur waarbij standaard bouwmarkt schuttingen achterwege zijn gelaten. “Mensen hebben straks een terras waarbij je maximaal kunt genieten van het groen om je heen”, vertelt Sarina. De woningen die Hugo heeft ontworpen, hebben geen traditionele plattegrond. Je stapt vanaf de voordeur zo de keuken in. Hugo: “Vanwege de ligging aan het groen, het voedselbos of aan de binnentuin, zijn de woningen breed voorzien van glas.” De bergingen die bij de 17 hoek- en tussenwoningen horen, zijn opgenomen in het appartementengebouw. Hugo: “Dat zorgt ook weer voor extra openheid richting het openbaar gebied, waarbij je vanuit de tuin niet tegen bergingen aankijkt.”
Verschillende buitenruimtes
Het gebied kent veel hoogteverschillen. Van het ene uiterste tot aan de andere kant is wel vier meter verschil in hoogte. Daardoor zit er een natuurlijk verloop in de woningen in het plan. Sarina: “Het hoogteverschil zorgt voor een extra laag en dimensie.” Bij iedere woning is gekeken hoe deze in het plan ligt, daar is de privé buitenruimte op afgestemd. “De woningen aan het voedselbos hebben weer een andere buitenruimte dan die aan de collectieve tuin liggen. We hebben daarbij gekeken naar de overgang van het landschap, hoe we de woningen ultiem op het groen kunnen richten, maar ook hoe we de privacy kunnen waarborgen”, legt Sarina uit.
De Gelderse Stadstuin is straks autoluw, maar wel met voldoende parkeerplaatsen in de omgeving. Sarina: “We willen mensen motiveren om zoveel mogelijk de fiets te gebruiken, omdat de plek zo’n open karakter heeft. In het voedselbos zijn meerdere doorkruisingen mogelijk met de fiets en dat is ook weer een manier om andere mensen te ontmoeten.”